Meld uw klas aan voor de scholenwedstrijd! Zo stimuleert u uw leerlingen om op een creatieve manier met taal en performance om te gaan. Gemeente Den Haag, Bibliotheek Den Haag, Huis van Gedichten en het Literatuurmuseum slaan jaarlijks de handen ineen om dit te organiseren. Uit elk stadsdeel kunnen twee scholen meedoen; deelname is gratis.
Het doel is om op een aantrekkelijke manier met taal en optreden bezig te zijn: ”Niet om ‘de beste’ te vinden, want kunst is geen wedstrijd. Wel om zoveel mogelijk scholieren te stimuleren om creatief met taal en presentatie aan de slag te gaan. Want de liefde voor lezen, schrijven en spreken schuilt overal. In literatuur en poëzie, maar ook in liedteksten, rap en spoken word. In dichtbundels en op Instagram. Het gaat om het ontdekken en nadenken over jezelf en de wereld om je heen.’, aldus wethouder Saskia Bruines van Cultuur.
Alle Haagse VO-scholen mogen meedoen. En alle leerniveaus zijn welkom! Alle leerjaren, behalve het eerste jaar en de eindexamenklassen, kunnen meedoen. Per stadsdeel kunnen twee scholen gratis deelnemen. Als er meer aanmeldingen zijn, zal er een selectie plaatsvinden, waarbij een gelijke verdeling, een afspiegeling van de stad voorop staat.
‘Wat een leuke manier om leerlingen te laten ervaren dat creatief schrijven ertoe doet!
De klas ziet dit en zeker de leerling die een echt podium krijgt met een eigen gedicht.’
– Cornelie Geurts, docent van Chelsy Valentina – Jonge Stadsdichter 2023.
Van iedere school die meedoet krijgt één klas in het najaar zes gratis lessen in schrijven en performen, verzorgd door docenten van Huis van Gedichten. Ook bezoekt de klas de tentoonstelling ‘Back Street’, een literair avontuur voor Young Adults, in het Literatuurmuseum. Met dit traject worden de leerlingen goed voorbereid op de wedstrijd. Per school is één leerling kandidaat in de finale op Nationale Gedichtendag, 30 januari 2024.
Huis van Gedichten maakt de lesroosters op basis van beschikbaarheid van onze docenten en eventuele voorkeuren van de school.
Op die dag wordt tijdens een feestelijke bijeenkomst de nieuwe Jonge Stadsdichter van Den Haag gekozen, een eervolle benoeming voor zowel de leerling als de school. De Jonge Stadsdichter zal onder professionele begeleiding een jaar lang gedichten en optredens verzorgen voor de stad.
De Jonge Stadsdichter 2024, Adelina Ignat zit op Gymnasium Haganum. Lees hier een fragment uit het winnende gedicht ‘Bubbel’:
Den Haag is een meisje
nietsvermoedend, jong
door haar eigen straten huppelend
Als een bubbel
net voor de regen komt
De klas van docent Stefan van der Kist van de Europese School deed mee aan de scholenwedstrijd: ‘Een docent van buiten is altijd bijzonder en heeft veel invloed. Op school lezen en analyseren de leerlingen gedichten, maar zij schrijven weinig. Door schrijfoefeningen leren zij woorden schikken, schakeren en proberen. Hierdoor krijgen zij zicht op het ritme en de kracht van taal.’
Eén van de ouders reageerde: ‘Mijn dochter kwam na de poëzie-les met enthousiaste verhalen thuis. Zij vertelde over de opdrachten en geschreven teksten.’
Stefan: ‘In de lessen van de gastdocent zat een duidelijke opbouw. De opdrachten waren gevarieerd en op niveau; iedere leerling kon uit de voeten met de oefeningen. Daarnaast was er aandacht voor elkaar. Het element van competitie sprak sommige leerlingen zeker aan, maar woorden geven aan hun beleving en gedachten, dat stimuleerde hen het meest.’
Het Jonge Stadsdichterschap is een initiatief van gemeente Den Haag, Huis van Gedichten, de Bibliotheek Den Haag, en het Literatuurmuseum.
Voor meer informatie mail naar malou@huisvangedichten.nl
‘Een docent van buiten is altijd bijzonder en heeft veel invloed. Op school lezen en analyseren de leerlingen gedichten, maar zij schrijven weinig. Door schrijfoefeningen leren zij woorden schikken, schakeren en proberen. Hierdoor krijgen zij zicht op het ritme en de kracht van taal.’ Eén van de ouders reageerde: ‘Mijn dochter kwam na de poëzie-les met enthousiaste verhalen thuis. Zij vertelde over de opdrachten en geschreven teksten.’ Stefan: ‘In de lessen van de gastdocent zat een duidelijke opbouw. De opdrachten waren gevarieerd en op niveau; iedere leerling kon uit de voeten met de oefeningen. Daarnaast was er aandacht voor elkaar. Het element van competitie sprak sommige leerlingen zeker aan, maar woorden geven aan hun beleving en gedachten, dat stimuleerde hen het meest.’