Gedicht

Finalegedicht Jonge Stadsdichter 2024

Lange, stille straten met zwak belichte straatlampen. Ik loop langs
huizen en kijk door ramen. Ik zie een familie aan tafel, een kat op
de bank en het NOS journaal op de TV.
Ik loop verder. Het wordt donkerder en kouder maar niet stiller.
Sterker nog het wordt veel onrustiger. Op een gegeven moment sla
ik mijn handen over mijn oren en roep “wat is het hier luid!” naar
een voorbijganger. Ik krijg ook opeens heel erg trek van de geur
van patat gemixt met een beetje cannabis. Zoveel licht en zoveel
geluid, het lijkt bijna alsof ik een LSD pilletje op heb. Ik loop langs
leuk versierde terrasjes waar er wel 20 mensen op elkaar gepropt
allemaal een peuk staan te roken. Ik loop door lange winkelstraten
en kijk toe hoe 2 meeuwen en een duif staan te vechten om een
halve gevulde koek. In de verte zie ik een grote poort, er staat een
man. Een dikke, witte man met een niet zo zichtbare haarlijn. Hij
seint mij om naar hem toe te komen dus ik begin te lopen. Bij
de tijd dat ik daar aankom heeft de man al 3 bami schijven en een
Red Bull
naar binnen gebracht. Hoi! Ik ben Haagse Harry, zegt de man. En
welkom in mijn stad.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van onze activiteiten

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van onze activiteiten